‘In mijn ogen leer je meer van kinderen die zelf meer nodig hebben’

Het is donderdag en na school staat het interview gepland met twee derdejaars studenten dNP die bij ons stage lopen. Of het gesprek een half uurtje later kan?  ‘Ik heb nog een oudergesprek en daar wil ik de tijd voor nemen’ luidt de toelichting. Zo te horen zijn deze studenten al goed ingeburgerd op onze school.

Iets voor het afgesproken tijdstip komen de studenten Leva en Devi al aangelopen. ‘We kunnen in onze klas zitten als dat oké is,’ klinkt het. Met een zak ‘knutselpepernoten’ op tafel starten we het gesprek.

Nog geen dag spijt

‘Ja, die pepernoten zijn nog over van vanmiddag. Hiermee hebben we letters geknutseld.’ legt Leva, derdejaars student van de opleiding tot leraar basisonderwijs in Sittard (de Nieuwste Pabo), uit.
Ze wist al vroeg dat zij iets met het bijzondere kind wilde gaan doen. ‘Ik heb gedacht aan (ortho)pedagogiek, maar vond mezelf toen met mijn zestien jaar nog wat jong om naar Utrecht te gaan. Toen wees mijn moeder mij op de pabo.’ Na een snuffelstage bij een reguliere basisschool was ze om. ‘Ik vond het echt superleuk!’
Bij Devi liep het keuzeproces iets anders. Nadat hij zijn mbo-opleiding ICT had afgerond, startte hij aan de opleiding ICT op de hogeschool. ‘Maar dat bleek het toch echt niet te zijn voor mij. Uit verschillende keuzetesten die ik daarna deed, kwam steeds de pabo als een van de hoogst scorende opleidingen naar boven. Het was voor mij sowieso duidelijk dat ik iets wilde doen wat betekenis heeft. Ik ben nu drie jaar verder en heb nog geen dag spijt gehad.’

Het raakte me

Beide studenten liepen in hun tweede jaar een snuffelstage in het gespecialiseerd onderwijs. ‘Die stage liep ik ook hier bij De Buitenhof,’ vertelt Devi. ‘En dat raakte me op een manier die ik niet had verwacht. Dat gaf wel de doorslag om een jaar in het gespecialiseerd onderwijs aan de slag te gaan. Ik merkte dat ik deze kinderen zo graag wil helpen, maar niet weet hoe. En omdat mijn eerste ervaring hier zo positief was, hoop ik dat op De Buitenhof te leren.’ 
Leva was ook enthousiast over de snuffelstage bij De Buitenhof. ‘Al kende ik de school ook al vanuit mijn privé-situatie omdat mijn zusje hier ook op school heeft gezeten. Ik vond het wel een unieke kans om het onderwijs hier nu eens vanuit een andere hoek te bekijken.’
Beiden worden begeleid door werkplekbegeleider Anouk. ‘Daar hebben we ook echt een klik mee en kunnen sowieso altijd terecht met vragen, hartstikke fijn.’

Verplichte stage gespecialiseerd onderwijs!

Eigenlijk vinden Leva en Devi dat álle studenten op een pabo verplicht een periode binnen gespecialiseerd onderwijs zouden moeten doorbrengen. ‘Het maakt niet uit waar je na je opleiding terecht komt, so, sbo of regulier, er zijn altijd wel leerlingen die iets extra’s nodig hebben.’ begint Leva. ‘En als je in het gespecialiseerd onderwijs hebt gezien hoe je zo’n leerling kunt begeleiden, dan neem je dat ook mee in het regulier onderwijs. En mocht je een leerling op enig moment toch moeten doorverwijzen naar het speciaal onderwijs, dan weet je ook uit eigen ervaring hoe het er daar aan toe gaat.’
Devi onderschrijft het pleidooi van zijn medestudente helemaal. ‘Soms moet een leerling in het regulier onderwijs maar gewoon meedoen, terwijl zo’n leerling er meer baat bij heeft als er echt naar hem wordt gekeken.’ vult hij aan. En hoewel beiden weten dat alles niet zo zwart-wit is, zijn ze allebei nu al overtuigd van de meerwaarde van deze stage.

Kijken naar de leerling

Onze derdejaarstudenten van de Nieuwste Pabo, Leva en DeviBijna drie maanden lopen de studenten hier nu rond. ‘Natuurlijk was het in het begin wel even wennen,’ erkent Devi, ‘maar dat zat ‘m meer in het peilen van de leerlingen. In vorige groepen ging ik meteen van start en maakte ik soms een flauwe grap, maar dat kan gewoon niet meteen bij iedereen. Hier moet echt eerst op de relatie met de leerlingen gaan zitten. Wie heb ik in de groep, dat moet je even in de gaten krijgen. En ik kan echt zeggen dat ik hier met veel plezier zit!’
Leva herkent dit wel. ‘Je moet echt kijken naar de leerlingen en niet naar de groep.’ Ze vervolgt: ‘Vanuit de opleiding is er tot nu toe vooral gehamerd op vakdidactiek, maar hier gaat het juist om het pedagogische stuk. Hoe pak je de dingen aan, hoe ga je met de leerlingen om, dat soort dingen. Ik vind het heel fijn dat ik me hierop kan ontwikkelen nu.‘

Devi geeft een voorbeeld aan de hand van zijn stage-ervaring van vorig jaar. ‘Toen had ik groep 3 en daar waren wel enkele leerlingen die behoorlijk tegengas gaven. Ik vond het dan moeilijk om die kleintjes ‘hard’ te begrenzen. Maar ik zie nu ook dat grenzen en kaderen nodig is, dat een leerling het soms nodig heeft dat jij die grens aangeeft en bewaakt. En dat wil ik op pedagogisch gebied hier nog verder ontwikkelen.’ Leva reageert: ‘Ja, je bent soms van nature misschien ook te empatisch en dat moet je leren loslaten. Kijken naar de leerling en dan het plan aanpassen. Dat hoop ik hier te leren.’

Meer aandacht

Dat er verschillen zijn met een reguliere basisschool is duidelijk. Devi: ‘Hier heb je gewoon geen groepen van 30 leerlingen.’ ‘Maar dat betekent niet dat je zeeën van tijd hebt,’ lacht Leva. ‘Het niveau en de aanpak van ieder kind verschilt. Deze leerlingen moet je meer aandacht geven, maar dat hebben ze ook nodig. Daarnaast is de verslaglegging die je moet doen echt wel veel meer dan bij een leerling van het reguliere onderwijs.’ Ook de contacten buiten school om lijken meer te zijn. Zo ziet Leva dat haar begeleider naast contact met de ouders ook overleggen heeft met externe instanties die betrokken zijn bij de leerlingen.

Wij hebben ook gewoon een poppenhoek

Gedurende het gesprek komen Leva en Devi er steeds op terug. Ja, het is gespecialiseerd onderwijs, maar dat wil niet zeggen dat alles anders is. Leva: ‘Ik heb pas op de pabo ook foto’s laten zien van onze klas hier. Ik wilde ze laten zien dat wij ook gewoon een bouwhoek hebben en een poppenhoek. Dat er aan onze muren ook werkjes van de kinderen hangen. En dat is anders dan het beeld dat velen hebben: een prikkelarme klas met leerlingen die allemaal een koptelefoon op hebben. De kinderen hier zijn ook gewoon kinderen die lekker spelen. Wat dat betreft is er geen verschil met leerlingen uit het regulier onderwijs. Ze mogen hier niet minder, maar het wordt wel anders aangeboden. Dát is het verschil.’ Devi knikt: ‘Ik had het niet beter kunnen verwoorden.’ 

Echt een team

Hoe ervaren ze het schoolse leven hier vanuit het perspectief als aankomend leerkracht? De studenten kijken elkaar lachend aan. ‘Wat ik heel fijn vind,’ begint Devi, ‘is dat je altijd meteen je vraag kunt stellen en de collega’s ook meteen voor je klaar staan. Ook als jij, en zij dus ook, voor de klas staat. Niets is teveel.’ Leva valt haar medestudent direct bij. ‘Zo is het ook. Die betrokkenheid van de leerkrachten onderling is iets wat opvalt. Als er iets is, staat iedereen meteen voor elkaar klaar. Ook buiten de eigen werktijd trouwens. Je voelt gewoon dat iedereen echt betrokken is, het is echt een team.’

Check

Soms loopt het in de klas even anders dan je zou willen. En hoewel beide studenten geen incidenten hebben meegemaakt in hun groepen, begrijpen ze wel dat dat een keer kan gebeuren. Hoe kijken ze daar tegen aan? Devi: ‘Als er echt een incident plaatsvindt, dan moet je dat daarna wel een plekje kunnen geven. En dat is iets wat je wel moet kunnen. Maar ik denk dat juist doordat het hier zo’n hecht team is, dat ook wel goed komt. Je kunt je hart ook al bij hen luchten. Ik merk ook dat als er nu bijvoorbeeld een schreeuw klinkt, er meteen collega’s even checken wat er aan de hand is. Die oplettendheid is er gewoon.’ 
‘Ja, inderdaad,’ gaat Leva verder. ‘Dan wordt er echt wel even gecheckt van ‘Wat gebeurt er?’ en daarna ook ‘Ben jij als leerkracht ook oké?’. Het gaat hier echt om open communicatie, dat iedereen zich op zijn gemak voelt.’
De studenten geven aan dat ze bepaalde situaties ook wel ‘op een gezonde manier’ mee naar huis nemen. Leva: ‘Ik zou het ook raar vinden als zoiets je helemaal niets zou doen.’ ‘Dat klopt Maar ik denk,’ zegt Devi, ‘ dat je altijd zult moeten proberen een bepaalde mate van afstand te bewaren. Want ook in het geval van een incident kun je als leerkracht niet meer zijn dan leerkracht. Als je hebt gedaan wat je kon, dan is het dat ook. De rest gaat dan boven jouw expertise uit en daar zijn weer andere professionals voor.’

Niet leuk?

Op de vraag wat Devi en Leva niet leuk vinden aan hun stageperiode weten ze eigenlijk niet direct een antwoord. ‘Nou ja,’ begint Devi aarzelend, ‘misschien wel het loslaten van een leerling aan het einde van een slechte dag. Zeker als je weet dat het thuis ook niet altijd even makkelijk gaat.’
Leva benoemt dat een dag soms ook veel energie kan kosten. ‘Dan ben ik echt gaar als ik thuiskom,’ zegt ze. ‘Maar aan de andere kant daagt het me meteen ook weer uit: hoe pak ik het morgen aan en hoe kan ik mezelf aanzetten tot de juiste begeleiding voor mijn leerlingen.’

Nog meer de diepte in

Op de vraag waar de studenten naar uitkijken geven ze eensgezind antwoord: ‘de minor orthopedagogiek’. Tijdens die minor, die in de tweede helft van dit studiejaar zal plaatsvinden, duiken beiden nog meer de diepte in. ‘In mijn ogen leer je meer van kinderen die meer nodig hebben dan van ‘reguliere’ leerlingen,’ vertelt Devi. ‘Zij vragen ook meer van mij en daar leer ik weer van. Met de minor die ik ga volgen, hoop ik de kinderen nog meer te kunnen bieden.’
Leva: ‘Ik ben heel benieuwd of ik door die minor anders ga handelen en of mijn kijk op de kinderen verandert.’

Heel dankbaar 

Leva geeft aan dat ze denkt dat het speciaal onderwijs voor haar dé werkplek is. ‘En ik weet dat dat niet voor iedereen geldt,’ zegt ze, ‘maar deze school is en blijft ook gewoon een basisschool. Het blijft een klas met leerlingen die boeiend onderwijs willen krijgen. Die het misschien nog wel leuker vinden om naar school te komen dan ‘reguliere’ leerlingen.’
Devi vult aan: ‘Je merkt echt wel dat jij een belangrijke rol kunt spelen voor deze leerlingen. Ik vind ook dat ze echt heel dankbaar zijn. In sommige gevallen ben jij het misschien wel die een band met ze heeft die mogelijk sterker is dan met één van de andere volwassenen om hen heen. En daar ben ik dan weer dankbaar voor.’


Deel deze pagina

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de Alterius Nieuwsbrief


Bedankt voor je inschrijving!