Iemand is ‘m

Het is een zonnige herfstochtend. Voor de poort van IZEO Koraal (locatie Urmond) komt een groepje jongeren en begeleiders bijeen. Volgens het rooster staat de gymles nu gepland. Tijd voor wat beweging dus.

Gymmen

De gymzaal ligt op loopafstand van de IZEO-locatie en de groep gaat er te voet naar toe. ‘Het is eigenlijk pas sinds dit schooljaar dat we wekelijks gebruik maken van deze gymzaal. Voorheen sportten we meer op het eigen terrein, maar de zaal biedt meer mogelijkheden.’ vertelt Brady, docent Lichamelijke Opvoeding bij IZEO.

Onderweg vertellen de jongeren wat met elkaar en met de leiding. De een over wat hij gedaan heeft gisteravond, de ander over dat ie niet zo’n zin heeft om te gymmen. Toch loopt iedereen gemoedelijk mee.

Fanatiek, fanatieker

Eenmaal in de gymzaal gaan de jongeren, zoals gevraagd, rustig op de bankjes zitten. Brady legt kort uit wat het programma voor vandaag is. De zeven jongens en twee meiden luisteren toe en lijken er zin in te hebben.

Om even los te komen en op te warmen start Brady met het balspel ‘Iemand is ‘m, niemand is ‘m’. De jongeren rennen en springen door de zaal en worden steeds fanatieker. Het is natuurlijk ook erg leuk om samen te proberen de leiding ‘af te gooien’. Ze moedigen elkaar aan en zijn enthousiast, zelfs diegenen die onderweg nog niet zo’n zin leken te hebben.

Brady brengt halverwege het spel nieuwe regels in. Dat vergt van de jongeren weer focus en oplettendheid. Het is ook even stiller in de zaal, alsof deze nieuwe regels even moeten indalen. Maar nog geen paar tellen later, gaan ze haast nog fanatieker aan de slag.

Meer dan een oefening

Als ze warm zijn gespeeld, is het tijd voor een nieuwe oefening. Achterin de grote gymzaal hangen al twee trapezestokken aan het ringenstel klaar. Eén ervan is omgetoverd tot een schommel. Met de opdrachten die Brady de jongeren hier geeft, wordt een beroep gedaan op hun motivatie en doorzettingsvermogen. Bovendien sluit het aan bij de overstijgende kerndoelen in het onderwijs waaronder het leren taken uitvoeren en het leren functioneren in sociale situaties.

Op de ‘schommel’ mogen ze zo hoog zwaaien als ze willen, aangeduwd door één van de medeleerlingen. Voor diegenen die meer uitdaging zoeken hangt de andere trapezestok klaar. Daar zwaaien ze aan de stok om er vervolgens met een koprol of salto af te springen, een zogenaamde borstwaartsom. Op deze manier kan iedereen werken op haar of zijn eigen niveau.

‘Dat doe ik écht niet’

‘Dat doe ik écht niet’ klinkt het in de gymzaal. En daarmee geeft deze leerling meteen aan dat het uitvoeren van deze oefeningen veel meer is dan ‘slechts een oefening’. Het is ook het aangeven, én eventueel zelfs het verleggen, van je eigen grenzen. Dat is niet altijd makkelijk.
Hoe fijn is het dan als je begeleiders, maar ook je medeleerlingen, je dan net dat duwtje geven.

De leerling loopt naar de trapezestok en probeert de oefening tot een goed einde te brengen.
En hoewel dat niet volledig lukt, is er zojuist wel een grens verlegd.


Deel deze pagina

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de Alterius Nieuwsbrief


Bedankt voor je inschrijving!