Onze kernwaarden
in mijn werk

Flexibiliteit, samenwerken, vakmanschap en respect. Dat zijn de vier kernwaarden van Alterius.
Op één of andere manier zul je deze waarden terug vinden in de verhalen van onze bloggers.
Zij nemen je mee in hun persoonlijke verhalen, waarin hun ervaringen of kijk op ontwikkelingen en de actualiteit centraal zullen staan.
Soms ontroerend of juist met humor, een andere keer kritisch of prikkelend, maar altijd vanuit hun eigen ervaring, vol enthousiasme en met hart voor hun vak! 

Vandaag mijn eerste blog over mijn ervaringen binnen Stichting Alterius. In juli 2020 heb ik de kans gekregen om na een leerzame en interessante stage, aan de slag te gaan als docent Lichamelijke Opvoeding bij deze mooie onderwijsstichting.
Tijdens mijn afstudeerperiode heb ik het vak Lichamelijke Opvoeding geïmplementeerd bij een van de locaties van Stichting Alterius. Het was superleuk om tijdens mijn studie iets nieuws te ontwikkelen, waar ik na het afronden van de studie zelf aan de slag mee kon gaan.

Bij Alterius staan vier kernwaarden centraal: flexibiliteit, vakmanschap, respect en samenwerken. Bij alles wat we doen, vind je een link naar één of meer van deze kernwaarden. Dat geldt ook voor mij als docent Lichamelijke Opvoeding.

Flexibiliteit

Mijn lessen verlopen soms anders dan ik in het begin voor ogen had. Soms hebben de leerlingen bepaalde spanningen of ze hebben geen fijne dag/nacht gehad. En andere leerlingen moeten wennen aan de nieuwe omgeving of aan de nieuwe groep. Voor een optimale samenwerking tussen de leerling en docent is het dan nodig om flexibel te zijn en van een bepaald lesontwerp af te wijken. Soms is het nodig een compleet andere les te kiezen. Of ik differentieer in de intensiteit.

Door af te wijken hoop ik dat de leerling in ieder geval met een iets beter gevoel de les kan beëindigen. Als de leerlingen aan het einde van de les met een glimlach naar buiten lopen, heb ik voor die bepaalde les meer dan mijn opgestelde doelen behaald.

Vakmanschap

Bij het stuk vakmanschap kijk ik naar de combinatie van kennis, houding en vaardigheden die nodig zijn om een bepaald vak te kunnen uitvoeren. Het afronden van de studie zag ik als het behalen van mijn rijbewijs. De kennis om het vak te kunnen overbrengen had ik in mijn rugzak, maar ik moest (en moet) de nodige kilometers maken om het vak in combinatie met de doelgroep in balans te brengen.

Iedere dag komt een belangrijk criterium dat in mijn opleiding hoog in het vaandel stond, naar boven. Dit criterium was werken aan een positieve opvoedingsrelatie. Dit is volgens mij de basis om lessen op een positieve manier te laten verlopen. Iedere dag opnieuw probeer ik de positieve kanten van de leerling naar boven te halen en deze ook te benoemen.

Bij de organisatie voel en krijg ik ruimte om mij verder te ontwikkelen en te groeien in mijn vakmanschap. Zo is er een breed cursusaanbod vanuit de organisatie. Zo volgde ik bijvoorbeeld de interne cursus van Wervelkind, om kennis te maken met verschillende psychische en gedragsproblematieken. Dit biedt mij handvaten om met een professionele bril naar de leerlingen te kijken.

Zonder respect geen samenwerking

Respect en samenwerken staan bij alle collega’s hoog in het vaandel.
Vanaf de eerste (stage)- dag voelde ik mij ‘thuis’; dit kwam voornamelijk door de positieve werksfeer. Deze werksfeer is terug te zien in pauzes, werkuitjes en cursussen. Er is altijd ruimte om vragen te stellen, bepaalde issues te bespreken en oplossingen te zoeken voor een complexe casuïstiek.
De positieve werksfeer probeer ik mee te nemen naar mijn lessen Lichamelijke Opvoeding. Zoals eerder benoemd is de een positieve opvoedingsrelatie voor mij de basis. Daarbij is het belangrijk om de leerling positief te stimuleren. Dit doen we door concrete complimenten te geven. In het vakjargon noemen ze dit ‘instemmend benoemen’. Dus: duidelijk zeggen wát de leerling goed heeft gedaan. Alleen zeggen ‘goed gedaan’ is niet voldoende. Ik zeg bijvoorbeeld: ‘wat goed dat jij even de materialen pakt en deze terug in de kast legt’. Zo horen andere leerlingen ook wat er goed gaat en gaan zij dit gedrag hopelijk kopiëren.

Binnen de LO-lessen staat samenwerken hoog in het vaandel. We vinden het als sectie belangrijk om samenwerkingsopdrachten binnen verschillende beweegthema’s terug te laten komen. We bieden deze opdrachten aan als complete les en koppelen samenwerkingsdoelen terug. Wanneer ik een complete samenwerkingles verzorg, geef ik opdrachten die alleen kunnen worden uitgevoerd als de leerlingen op een juiste manier samenwerken.
Bijvoorbeeld "wie is het eerst aan de overkant". Leerlingen moeten naar de overkant van de gymzaal maar dit mag alleen door op of in materialen (zoals op de kast, over de bank en in een hoepel) te staan. De leerlingen mogen vanaf een bepaald punt niet meer op de vloer komen. De samenwerkingsdoelen koppel ik terug in het spel. Ik bevries het spel in een spelsituatie en blik terug hoe de samenwerking verloopt. Wanneer een team meer punten heeft, omdat er meer wordt samengewerkt leg ik dit concreet uit om dit bij het andere team ook meer te stimuleren.

Het is duidelijk: onze werkwijze en onze kerndoelen sluiten bij elkaar aan.
Dat doen we met én voor elkaar. En laat dát nou het motto van Alterius zijn.

Brady Bemelmans
vakleerkracht Lichamelijke Opvoeding


Deel deze pagina

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de Alterius Nieuwsbrief


Bedankt voor je inschrijving!